Geschiedenis van de Kustwacht
De organisatie van de Kustwacht zoals deze nu in elkaar steekt, is opgericht op 26 februari 1987. Toen de Noordzee steeds meer werd gebruikt, gingen allerlei ministeries iets doen op de Noordzee. Door samen te werken konden ze meer bereiken. Zo ontstond de Kustwacht.
1882: Ramp met Zr.Ms. Adder
Zr.Ms. Adder was een Nederlands marineschip. Het zonk in 1882 in de Noordzee, voor de kust van Scheveningen. Niemand van de bemanning van 65 personen overleefde het ongeluk. Pas dagen later werd bekend dat deze ramp was gebeurd. Toen spoelden de eerste van uiteindelijk 43 lichamen aan op de kust bij Scheveningen. De schok in Nederland was groot. Niemand had de ramp zien gebeuren en door een communicatiefout werd het schip ook niet vermist.
1883:
In die tijd was er al wel de Kustverlichting. Deze organisatie zorgde voor licht waarmee de scheepvaart op zee kon navigeren. Na de scheepsramp kregen zij er een taak bij: ‘het houden van een uitkijk en het rapporteren van in nood verkerende schepen aan Hoofden Kustwacht’. Dit was het begin van de Kustwacht. Het Loodswezen regelde het scheepvaartverkeer. Dit bedrijf werd de beheerder van de Kustwacht.
Na 1945: Vuurtorens
Jarenlang bewaakte de Kustwacht de kust vanaf de vuurtorens. Na de Tweede Wereldoorlog konden we een steeds groter gebied bewaken. Dat kwam door de komst van de radar en betere manieren om te communiceren. Vanaf de jaren zestig had de overheid steeds meer interesse in de Noordzee. Dat had verschillende redenen. Zo moest het milieu bewaakt worden, de visserij gecontroleerd worden, de olie- en gaswinning op de Noordzee kwam op, er werd zand en grind gewonnen. En ieder ministerie dat iets op de Noordzee wilde doen, richtte een afdeling op. Ze kochten schepen en gingen hun taken uitvoeren. Op een gegeven moment werkten er meer dan twintig overheidsorganisaties op de Noordzee.
Jaren ’80: Automatisering
Begin jaren tachtig werd er hard gewerkt aan de verbetering van veiligheid op zee. Schepen gingen meer met computers werken. En na een aantal grote ongelukken kwamen er nieuwe regels. Een opvallende verandering was die van de scheepvaartmarkering. Door lampen en verlichte schepen op zee konden kapiteins zien wat de vaarroutes waren. Vroeger werden deze lampen en schepen met de hand bediend. In de jaren tachtig veranderde dat: het gebeurde vanaf nu automatisch. En de schepen verdwenen; alleen de vuurtorenlichten bleven over. Langzaam verdween ook de functie van vuurtorenwachter. Ook de vuurtorenlichten werden nu automatisch geregeld.
1984: Onderzoek samenwerking Noordzee
In 1984 gaf minister Neelie Smit-Kroes de Interdepartementale Coördinatiecommissie Noordzeeaangelegenheden (ICONA) een opdracht. De ICONA moest onderzoeken hoe er slimmer en nuttiger gewerkt kon worden op de Noordzee. Er werkten namelijk veel overheidsorganisaties tegelijk op zee.
1985: Vanaf één plek
Uit het onderzoek bleek dat de organisaties beter konden samenwerken, als het ging om incidenten. Een incident is bijvoorbeeld dat een schip dat de controle verliest en over de Noordzee drijft. In 1985 schreef de ICONA hier een advies over. Het idee was dat de organisaties hun taken het beste konden bundelen in één Kustwacht. Zo konden ze ook vliegtuigen en schepen delen. De Kustwacht moest nog geen zelfstandige organisatie worden, vond de ICONA. Maar er moest wel een plek komen waar ze alles konden regelen.
1987: De Kustwacht start in IJmuiden
De overheidsorganisaties die hun taken moesten bundelen, waren niet meteen enthousiast. Maar na een nieuw onderzoek naar de voor- en nadelen ging het plan toch door. In 1987 kwam er een operationeel centrum van de Kustwacht in IJmuiden. Ook zou de Kustwacht zich niet alleen bezighouden met incidenten, maar ook met andere dingen. Zoals vermiste schepen opsporen, controleren of bedrijven zich aan de wet hielden en schepen helpen. De Kustwacht was een samenwerking tussen zes ministeries:
- Verkeer en Waterstaat
- Justitie
- Landbouw en Visserij
- Defensie
- Binnenlandse Zaken
- Financiën
1994: Besluit naar Den Helder
Na een paar jaar kwamen er praktische problemen bij de Kustwacht. Het samenwerken ging toch niet zo soepel. Begin jaren negentig gaf de ICONA een nieuw advies: de Kustwacht moest een zelfstandige organisatie worden. De organisatie moest daarnaast samenwerken met de Directie Noordzee. Na een tijdje kon de Kustwacht dan ook verantwoordelijk worden voor andere ‘zeetaken’ van de overheid. Zoals visserij-inspectie, douanetoezicht en grensbewaking. Het kabinet nam het advies niet aan. Wel nam ze een ander besluit: de Koninklijke Marine zou beheerder worden van de Kustwacht. Dit aangezien deze beschikking had over schepen, vliegtuigen en boordhelikopters. Defensie had hiervoor gepleit, mede omdat dit ministerie na afloop van de Koude Oorlog op zoek was naar civiele taken. Daarom verhuisde het Kustwachtcentrum in 2001 van IJmuiden naar de marinehaven van Den Helder.
2005: Zelfstandige organisatie
In 2005 kwam er weer een grote verandering in de organisatie. Deze keer werd de Kustwacht wél een zelfstandige organisatie, die in opdracht van ministeries taken bleef uitvoeren. Het ministerie van Defensie deed vanaf nu het dagelijks beheer van de Kustwacht. Er kwam een Kustwachtdirecteur die de dagelijkse leiding over de Kustwacht had. En een Kustwachtdriemanschap (later KW4+) die de Kustwachtdirecteur aanstuurde. De hoofdingenieur-directeur Directie Noordzee werd opdrachtgever van de Kustwacht. Ook kwamen er een Permanente Kontaktgroep Handhaving Noordzee en een Raad voor de Kustwacht. Dat is nog steeds zo.
2010: Oprichting Maritiem Informatie Knooppunt (MIK)
De Kustwacht bleef zich ontwikkelen, bijvoorbeeld als het ging om handhaving. Zo werd een ‘Maritiem Informatie Knooppunt (MIK)’ opgericht. Hier verzamelen verschillende organisaties informatie, zodat de Kustwacht steeds meer zicht heeft op wat er gebeurt op de Noordzee.
2019: Regeling Organisatie Kustwacht Nederland (ROKN)
In 2019 ondertekenden ministers Cora van Nieuwenhuizen (Infrastructuur en Waterstaat) en Ank Bijleveld (Defensie) de nieuwe ‘Regeling Organisatie Kustwacht Nederland (ROKN)’. Hiermee is de Kustwacht klaar voor de toekomst. In het document staat met welke organisaties de Kustwacht samenwerkt. En er staat duidelijk in wie waar verantwoordelijk voor is.
2021: Reorganisatie
De Kustwacht kreeg het steeds drukker. Daardoor kwamen er 23 nieuwe functies bij in 2021. Het ging om functies als beleidsadviseurs, bij leren&ontwikkelen en communicatie.
Informatie op deze pagina komt met toestemming uit het kennisdocument ‘Nederlandse Noordzee-aangelegenheden. 50 jaar beheer en beleid op het Nederlands deel van de Noordzee, 1971-2020’ geschreven door Siebren Teule.
Links
- De ondergang van Zr. Ms. rammonitor Adder (Nederlandse Krijgsmacht)
- Decca Navigator Plaatsbepalingssysteem (Rijkswaterstaat Rapportendatabank)
- DECCA (Wikipedia)
- Nederlandse Vuurtorens
- Geschiedenis van Rijkswaterstaat
- Noordzee: actie en beleid (Rijkswaterstaat Rapportendatabank)
- Advies over uitvoering van operationele Noordzeetaken (Rijkswaterstaat Rapportendatabank))
- De Directie Noordzee (Rijkswaterstaat Rapportendatabank)
- Brief van de minister van Verkeer en Waterstaat betreffende een studie naar een gebundelde kustwacht
- Regeling organisatie Kustwacht Nederland (Overheid)
- Nederlandse Noordzee-aangelegenheden. 50 jaar beheer en beleid op het Nederlands deel van de Noordzee, 1971-2021 (Rijkswaterstaat Rapportendatabank)